Długość in het nederlands

długowieczny in het nederlands - lang, langdurig, langlevende, langlevend, lange levensduur, een lange levensduur
długowłosy in het nederlands - lang, langharig, langharige, lange haired, langhaar
dłuto in het nederlands - beitel, beitelen, chisel
dłutować in het nederlands - beitelen, beitel, chisel

Willekeurige woorden

bruisen

ladder

armhuis in het engels

bochel in het engels

duren in het engels

hardheid in het engels

zaadkiem in het engels

Długość in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: brug, langdurigheid, tweetal, paar, koppel, stelletje, duo, stel, span, lengte, duur, lengte van, lang, de lengte