Dołączać in het nederlands
Vertaling: dołączać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanhechten, bijtellen, optellen, aaneenvoegen, aansluiten, samenbinden, omsluiten, verenigen, toetreden, vastbinden, samenvoegen, samenbrengen, insluiten, verbinden, toetreden tot, sluiten, lid worden
Verwante woorden
Vertalingen
- dołować in het nederlands - gracht, val, steengroeve, groef, groeve, kuil, valkuil, ...
- dołożyć in het nederlands - metselen, optellen, voortbrengen, behalen, aanmaken, creëren, bouwen, ...
- dołączony in het nederlands - opgenomen, inclusief, meegeleverd, begrepen, inbegrepen
- dołączyć in het nederlands - verenigen, optellen, vastbinden, aansluiten, partner, aaneenvoegen, maat, ...
Willekeurige woorden
Dołączać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: aanhechten, bijtellen, optellen, aaneenvoegen, aansluiten, samenbinden, omsluiten, verenigen, toetreden, vastbinden, samenvoegen, samenbrengen, insluiten, verbinden, toetreden tot, sluiten, lid worden
Vertalingen: aanhechten, bijtellen, optellen, aaneenvoegen, aansluiten, samenbinden, omsluiten, verenigen, toetreden, vastbinden, samenvoegen, samenbrengen, insluiten, verbinden, toetreden tot, sluiten, lid worden