Dominować in het nederlands
Vertaling: dominować, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
chef, hoofd, aanvoerder, gebieder, opperhoofd, baas, patroon, heersen, beheersen, domineren, overheersen, te domineren
Verwante woorden
Vertalingen
- dominium in het nederlands - ban, grondgebied, gewest, territoir, territorium, provincie, gouw, ...
- domino in het nederlands - de Domino, van Domino, dominosteen
- dominujący in het nederlands - dominant, dominante, hooggelegen, dominerende, overheersende
- domięśniowy in het nederlands - intramusculaire, intramusculair, een intramusculaire
Willekeurige woorden
Dominować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: chef, hoofd, aanvoerder, gebieder, opperhoofd, baas, patroon, heersen, beheersen, domineren, overheersen, te domineren
Vertalingen: chef, hoofd, aanvoerder, gebieder, opperhoofd, baas, patroon, heersen, beheersen, domineren, overheersen, te domineren