Faulować in het nederlands
Vertaling: faulować, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
boosaardig, lelijk, snood, smerig, kwaadaardig, vervelend, beroerd, fout, akelig, onrein, slecht, vuil, morsig, afstotelijk, kwaad, vies, vals, trap, overtreding
Verwante woorden
Vertalingen
- fatygować in het nederlands - kwestie, strubbeling, bezwaar, vraagstuk, vraagpunt, opgave, moeilijkheid, ...
- faul in het nederlands - schuld, vergissing, defect, gebrek, fout, abuis, breuk, ...
- faun in het nederlands - faun van, bosgod
- fauna in het nederlands - flora, levende dier-, de fauna, dier-
Willekeurige woorden
Faulować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: boosaardig, lelijk, snood, smerig, kwaadaardig, vervelend, beroerd, fout, akelig, onrein, slecht, vuil, morsig, afstotelijk, kwaad, vies, vals, trap, overtreding
Vertalingen: boosaardig, lelijk, snood, smerig, kwaadaardig, vervelend, beroerd, fout, akelig, onrein, slecht, vuil, morsig, afstotelijk, kwaad, vies, vals, trap, overtreding