Gościć in het nederlands

Vertaling: gościć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vergasten, feestmaal, logementhouder, blijven, onthalen, gastheer, resteren, vermaken, overblijven, trakteren, achterblijven, festijn, verstrooien, oponthoud, onderhouden, onderhandelen, ontvangende, ontvangst, samen, van ontvangst
Gościć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gościnność in het nederlands - gastvrijheid, hospitality, horeca, de gastvrijheid
  • gościnny in het nederlands - herbergzaam, gastvrij, gast, gasten, Gastenboek, gast van, gastenbeoordelingen
  • gość in het nederlands - gevangene, beschermheilige, ketteren, samen, aaneen, persoon, maat, ...
  • gośćcowy in het nederlands - reumatisch, reumatische, reuma, rheumatische, van reumatische
Willekeurige woorden
Gościć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: vergasten, feestmaal, logementhouder, blijven, onthalen, gastheer, resteren, vermaken, overblijven, trakteren, achterblijven, festijn, verstrooien, oponthoud, onderhouden, onderhandelen, ontvangende, ontvangst, samen, van ontvangst