Jąć in het nederlands

Vertaling: jąć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
grijpen, aangrijpen, vorderen, bemachtigen, JAC, van JAC
Jąć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • jąkać in het nederlands - hakkelen, struikelen, stotteren, stamelen, aarzeling, gestotter, stutter, ...
  • jątrzyć in het nederlands - opruien, ophitsen, uitlokken, tergen, veroorzaken, wekken, provoceren
  • jęczenie in het nederlands - steunen, kreunen, zuchten, stenen, kermen, gekreun, kreun
  • jęczeć in het nederlands - steunen, kreunen, stenen, zuchten, kermen, gekreun, kreun, ...
Willekeurige woorden
Jąć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: grijpen, aangrijpen, vorderen, bemachtigen, JAC, van JAC