Jeść in het nederlands

Vertaling: jeść, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
erkennen, krijgen, dienen, opvangen, accepteren, achterlijf, bikken, eten, moeten, zullen, onderlijf, recipiëren, nuttigen, maag, aanvaarden, ontvangen, opeten, eet, te eten
Jeść in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • jeśli in het nederlands - wanneer, ingeval, indien, tenzij, zo, als, of
  • jeśliby in het nederlands - wanneer, ingeval, indien, zo, of, als
  • jeździec in het nederlands - bijlage, passagier, appendix, inzittende, aanhangsel, ruiter, rijder, ...
  • jeździecki in het nederlands - ruiter, paardrijden, rijden, huifkartochten, berijden, het berijden
Willekeurige woorden
Jeść in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: erkennen, krijgen, dienen, opvangen, accepteren, achterlijf, bikken, eten, moeten, zullen, onderlijf, recipiëren, nuttigen, maag, aanvaarden, ontvangen, opeten, eet, te eten