Kłuć in het nederlands

Vertaling: kłuć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
wervelkolom, leuter, spin, prikken, doorn, schram, pikken, stekel, pik, steken, priemen, snikkel, jongeheer, prik, lul
Kłuć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • kłusować in het nederlands - draven, dribbelen, draf, trot, de draf, galoppeer
  • kłusownik in het nederlands - stroper, Poacher, stropers, de Stroper, strooper
  • kłykieć in het nederlands - knokkel, gewricht, Knuckle, knokkels, schenkel
  • kłócenie in het nederlands - ruzie, argumenteren, arguing, geruzie, debatteren
Willekeurige woorden
Kłuć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: wervelkolom, leuter, spin, prikken, doorn, schram, pikken, stekel, pik, steken, priemen, snikkel, jongeheer, prik, lul