Kant in het nederlands

Vertaling: kant, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
frons, vore, bocht, vals, verfomfaaien, vouw, waterkant, geul, zoom, frauderen, knoeien, band, zwendelen, fronsen, oever, boord, rand, edge, de rand, rand van
Kant in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • kanonizować in het nederlands - heilig verklaren, canoniseren, heilig te verklaren, canonize, ware heilig
  • kanotier in het nederlands - veerman, schipper, boater, de Schipper, De Schipper van
  • kantalupa in het nederlands - kantaloepa, meloen, kantaloep, cantaloupe, kanteloep
  • kantar in het nederlands - halster, Halter, Halsters, van Halter
Willekeurige woorden
Kant in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: frons, vore, bocht, vals, verfomfaaien, vouw, waterkant, geul, zoom, frauderen, knoeien, band, zwendelen, fronsen, oever, boord, rand, edge, de rand, rand van