Kupiec in het nederlands

kuper in het nederlands - gat, achterste, kont, bibs, staartstuk, romp, eigenlijke fundament
kupido in het nederlands - Cupido, cupid, de Cupido, staat Cupido, van de Cupido
kupiecki in het nederlands - koopman, handelaar, merchant, verkoper, groothandelsmarkt
kupiectwo in het nederlands - koopmanschap, nering, handel, handelslui, middenstand, handelaars, middenstanders, ...

Willekeurige woorden

abonnee

mangelwortel

voordragen in het engels

voorzegging in het engels

Kupiec in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: koper, winkelier, neringdoende, klant, handelaar, afnemer, zakenman, koopman, wederverkoper, merchant, verkoper, groothandelsmarkt