Mieścić in het nederlands

Vertaling: mieścić, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verdragen, schemering, dragen, afdaling, bedwingen, val, oor, pand, toneelwezen, bespreken, behouden, huizen, toegeven, toneel, verdaging, vasthouden, houden, aanhouden, houd, te houden
Mieścić in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • miewać in het nederlands - aanvoelen, hebben, verkeren, opnemen, opvangen, gevoel, zijn, ...
  • mieć in het nederlands - accepteren, erkennen, moeten, aanvaarden, genieten, verkeren, dienen, ...
  • mieść in het nederlands - oprit, oprijlaan, smijten, slingeren, Hurl, slinger, werpen
  • migacz in het nederlands - oogklep, Blinker, Knipperlicht, knipperlichten, richtingaanwijzer
Willekeurige woorden
Mieścić in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: verdragen, schemering, dragen, afdaling, bedwingen, val, oor, pand, toneelwezen, bespreken, behouden, huizen, toegeven, toneel, verdaging, vasthouden, houden, aanhouden, houd, te houden