Mnożyć in het nederlands
Vertaling: mnożyć, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
kikkerdril, vermenigvuldigen, viskuit, multipliceren, kuit, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
Verwante woorden
Vertalingen
- mnożnik in het nederlands - element, makelaar, beginsel, bestanddeel, multiplier, vermenigvuldiger, multiplicator, ...
- mnożny in het nederlands - multiplicatieve, vermenigvuldigende, multiplicatief, vermenigvuldigings, multiplicatieverslechteringsfactor
- mnóstwo in het nederlands - tamelijk, beheren, zondvloed, nagaan, strook, drom, voeren, ...
- mobilizacja in het nederlands - mobilisatie, beschikbaarstelling, mobilisering, mobiliseren, beschikbaar stellen
Willekeurige woorden
Mnożyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: kikkerdril, vermenigvuldigen, viskuit, multipliceren, kuit, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
Vertalingen: kikkerdril, vermenigvuldigen, viskuit, multipliceren, kuit, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd