Nałożyć in het nederlands

Vertaling: nałożyć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
forceren, drang, drukknop, knoop, douwen, stoten, opdringen, zet, aanduwen, duw, dringen, heffing, heffing bij, heffingen, innen, te innen
Nałożyć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • nałożenie in het nederlands - oplegging, instelling, opleggen, instellen, heffing
  • nałożnica in het nederlands - bijvrouw, bijzit, bijwijf, concubine
  • nałóg in het nederlands - gewoonte, aanhangsel, optelling, aanwensel, appendix, toeslag, hebbelijkheid, ...
  • naściągać in het nederlands - nijpen, knijpen, tokkelen, hechtenis, klemmen, arrest, aanhouding, ...
Willekeurige woorden
Nałożyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: forceren, drang, drukknop, knoop, douwen, stoten, opdringen, zet, aanduwen, duw, dringen, heffing, heffing bij, heffingen, innen, te innen