Napaćkać in het nederlands
Vertaling: napaćkać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
klak, sauzen, smeren, plek, smet, moet, besmeren, vlek, mop, bekladden, pleisterwerk, daub, bekladt
Verwante woorden
Vertalingen
- napawanie in het nederlands - lassen, laswerk, het lassen, las-, welding
- napawać in het nederlands - blok, vullen, invullen, vulling, te vullen, vul
- napaść in het nederlands - stormloop, aantasten, aanval, aanvallen, bestorming, charge, aanranden, ...
- napchać in het nederlands - volmaken, volschenken, uitvoeren, invullen, dempen, stoppen, vullen, ...
Willekeurige woorden
Napaćkać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: klak, sauzen, smeren, plek, smet, moet, besmeren, vlek, mop, bekladden, pleisterwerk, daub, bekladt
Vertalingen: klak, sauzen, smeren, plek, smet, moet, besmeren, vlek, mop, bekladden, pleisterwerk, daub, bekladt