Nasączać in het nederlands

Vertaling: nasączać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
droppel, lik, droppelen, druppelen, druipen, drup, druppel, infuus
Nasączać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • naszykować in het nederlands - klaarmaken, bereiden, voorbereiden, aanmaken, maak je klaar, je klaar, klaar, ...
  • naszywka in het nederlands - gallon, schreef, streep, wapenbalk, streek, bende, schrap, ...
  • nasączyć in het nederlands - weken, genieten, genieten van, Soak, te genieten
  • nasłać in het nederlands - ophitsen, opruien, strooien, uitstrooien, bezaaien, strew, bestrooien
Willekeurige woorden
Nasączać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: droppel, lik, droppelen, druppelen, druipen, drup, druppel, infuus