Nazywać in het nederlands

Vertaling: nazywać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
roep, noemen, roepen, kreet, term, naam, vakterm, naamwoord, benoemen, heten, benaming, uitdrukking, schreeuw, opbellen, telefoontje, telefoongesprek, oproepen
Nazywać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • nazwisko in het nederlands - naam, familienaam, roepen, van, benoemen, noemen, heten, ...
  • nazywanie in het nederlands - carrière, kreet, roep, heten, roepen, noemen, opbellen, ...
  • nać in het nederlands - bladeren, blaadjes, blad, de bladeren, verlaat
  • naładowanie in het nederlands - beschuldiging, tenlastelegging, laden, aanklacht, beklag, telastlegging, berekenen, ...
Willekeurige woorden
Nazywać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: roep, noemen, roepen, kreet, term, naam, vakterm, naamwoord, benoemen, heten, benaming, uitdrukking, schreeuw, opbellen, telefoontje, telefoongesprek, oproepen