Obliczyć in het nederlands
Vertaling: obliczyć, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitleg, kroniek, dobbelsteen, verslag, graaf, exposé, rekening, calculeren, klontje, factuur, overwegen, explicatie, melding, blok, meetellen, berekenen, uitrekenen, te berekenen, berekening van, berekenen van
Verwante woorden
Vertalingen
- obliczenie in het nederlands - berekening, totaal, som, essentie, bedrag, totaalbedrag, somma, ...
- obliczeniowy in het nederlands - berekening, de berekening, berekenen, berekeningen, berekening van
- oblicówka in het nederlands - geconfronteerd, geconfronteerd met, tegenover, gerichte, gericht
- obligacja in het nederlands - verplichting, binding, plicht, obligatie, band, adhesie, aanhechting, ...
Willekeurige woorden
Obliczyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: uitleg, kroniek, dobbelsteen, verslag, graaf, exposé, rekening, calculeren, klontje, factuur, overwegen, explicatie, melding, blok, meetellen, berekenen, uitrekenen, te berekenen, berekening van, berekenen van
Vertalingen: uitleg, kroniek, dobbelsteen, verslag, graaf, exposé, rekening, calculeren, klontje, factuur, overwegen, explicatie, melding, blok, meetellen, berekenen, uitrekenen, te berekenen, berekening van, berekenen van