Obwieźć in het nederlands

Vertaling: obwieźć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
besturen, oprit, rijden, oprijlaan, campagne, drijven, veldtocht
Obwieźć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • obwieś in het nederlands - ploert, rotzak, loeder, schoft, schurk, schoelje, boefje, ...
  • obwieścić in het nederlands - verwittigen, adviseren, aanschrijven, afkondigen, bekendmaken, proclameren, aankondigen, ...
  • obwijać in het nederlands - spoelen, scheet, oprollen, wind, wikkelen, veest, strengelen, ...
  • obwinianie in het nederlands - beschuldigen, beschuldigend, de schuld te geven, beschuldigen van, schuld te geven
Willekeurige woorden
Obwieźć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: besturen, oprit, rijden, oprijlaan, campagne, drijven, veldtocht