Odłączać in het nederlands

Vertaling: odłączać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afjakkeren, afmatten, afbeulen, loskoppelen, afkoppelen, losmaken, uitschakelen, verbreken
Odłączać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • odłączalny in het nederlands - afneembaar, afneembare, verwijderbare, Verwijderbaar, uitneembare
  • odłączanie in het nederlands - ontkoppeling, loskoppeling, afkoppelen, loskoppelen, Disconnection
  • odłączenie in het nederlands - detachement, team, afdeling, isolering, isolatie, ontkoppeling, loskoppeling, ...
  • odłącznik in het nederlands - aandraaien, inschakelen, gard, roede, schakelaar, stokje, aansteken, ...
Willekeurige woorden
Odłączać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: afjakkeren, afmatten, afbeulen, loskoppelen, afkoppelen, losmaken, uitschakelen, verbreken