Oddzielać in het nederlands
Vertaling: oddzielać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
splitsen, scheiden, schiften, verdelen, afscheiden, splijten, bijdrage, deels, deel, abstractie, afzonderen, divisie, doorklieven, opsplitsen, legerafdeling, gedeelte, apart, afzonderlijk, afgescheiden, aparte
Verwante woorden
Vertalingen
- oddzielacz in het nederlands - afscheider, separator, scheider, scheidingsteken
- oddzielanie in het nederlands - clausuur, schifting, afscheiding, scheiding, scheiden, gescheiden, de scheiding
- oddzielenie in het nederlands - isolatie, team, schifting, abstractie, isolering, afscheiding, clausuur, ...
- oddzielić in het nederlands - apart, afzonderlijk, scheiden, afgescheiden, aparte
Willekeurige woorden
Oddzielać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: splitsen, scheiden, schiften, verdelen, afscheiden, splijten, bijdrage, deels, deel, abstractie, afzonderen, divisie, doorklieven, opsplitsen, legerafdeling, gedeelte, apart, afzonderlijk, afgescheiden, aparte
Vertalingen: splitsen, scheiden, schiften, verdelen, afscheiden, splijten, bijdrage, deels, deel, abstractie, afzonderen, divisie, doorklieven, opsplitsen, legerafdeling, gedeelte, apart, afzonderlijk, afgescheiden, aparte