Ograniczać in het nederlands

Vertaling: ograniczać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
limiet, kramp, begrenzen, afsluiten, beëindigen, beperken, voleindigen, betomen, beteugelen, aardmannetje, grens, inkrimpen, zetten, beknotten, minuscuul, aflopen, beperking, begrenzing
Ograniczać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ograniczająco in het nederlands - beperkt, begrensd, beperkte, beperkt is, een beperkte
  • ograniczanie in het nederlands - beperking, begrenzing, beperkt, beperkingen, beperkt tot
  • ograniczenie in het nederlands - beperken, wal, afkorting, bewaren, bespreken, kwalificatie, aanvragen, ...
  • ogranicznik in het nederlands - stoppen, stop, tegenhouden, ophouden, halte
Willekeurige woorden
Ograniczać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: limiet, kramp, begrenzen, afsluiten, beëindigen, beperken, voleindigen, betomen, beteugelen, aardmannetje, grens, inkrimpen, zetten, beknotten, minuscuul, aflopen, beperking, begrenzing