Pójść in het nederlands

Vertaling: pójść, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
lopen, gaan, reizen, scheiding, verlof, worden, fiat, afreizen, raken, werken, functioneren, verlopen, standhouden, ga, naar, te gaan, gaat
Pójść in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • grubo in het nederlands - plusminus, zowat, dik, gebonden, ongeveer, dicht, circa, ...
  • koronacja in het nederlands - kroning, Coronation, de Kroning, kroning van, van de Kroning
  • nienormalny in het nederlands - abnormaal, afwijkend, afdwalend, abnormale, afwijkende, een abnormale
  • odkład in het nederlands - uitglijden, slippen, glippen, schuiven, glijden, strook
Willekeurige woorden
Pójść in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: lopen, gaan, reizen, scheiding, verlof, worden, fiat, afreizen, raken, werken, functioneren, verlopen, standhouden, ga, naar, te gaan, gaat