Pomieszczenie in het nederlands

pomieszać in het nederlands - beroering, divers, warboel, opschudding, woeling, dooreenhalen, onrust, ...
pomieszczenia in het nederlands - ruimte, de ruimte, space, herdenkingsruimte, plaats
pomieścić in het nederlands - bewaren, maffen, arrest, waardering, oponthoud, uitstel, verlating, ...
pomijalny in het nederlands - te verwaarlozen, verwaarloosbaar, verwaarlozen, verwaarloosbare, verwaarlozen is

Willekeurige woorden

carnaval

mezelf

griffen in het engels

ironisch in het engels

leveren in het engels

stekel in het engels

Pomieszczenie in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: wereldruim, areaal, ruimte, logies, speling, sfeer, onderdak, omgeving, kloot, plaats, hangkast, kamer, zaal, kast, oppervlakte, bestek, kamers, room