Poniżyć in het nederlands
Vertaling: poniżyć, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verootmoedigen, hellen, overhellen, kleinmaken, buigen, aflopen, vernederen, te vernederen, vernedert, vernedering, verneder
Verwante woorden
Vertalingen
- poniżać in het nederlands - verootmoedigen, hellen, overhellen, kleinmaken, aflopen, vernederen, afsnauwen, ...
- poniżenie in het nederlands - vernedering, afbraak, verootmoediging, vernederingen, de vernedering, vernederd
- ponosić in het nederlands - beslaan, halen, erkennen, toelaten, bekleden, aandragen, elimineren, ...
- ponoszenie in het nederlands - lager, invloed, dragende, voorzien, lagers
Willekeurige woorden
Poniżyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: verootmoedigen, hellen, overhellen, kleinmaken, buigen, aflopen, vernederen, te vernederen, vernedert, vernedering, verneder
Vertalingen: verootmoedigen, hellen, overhellen, kleinmaken, buigen, aflopen, vernederen, te vernederen, vernedert, vernedering, verneder