Posiadać in het nederlands
Vertaling: posiadać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bespreken, vertraging, eigen, toestemmen, arrestatie, verdragen, bergen, reserveren, bedwingen, arrest, hechtenis, aanhouding, overhouden, conserveren, bezitten, aanvragen, hebben, moeten, moet, zijn, heeft
Verwante woorden
Vertalingen
- posiadacz in het nederlands - eigenaar, drager, aanwezige, foedraal, houder, schede, houder van, ...
- posiadanie in het nederlands - vermogen, kwaliteit, landgoed, allooi, eigendom, eigenschap, eigendomsrecht, ...
- posiadywać in het nederlands - broeden, koesteren, poseren, zitten
- posiadłość in het nederlands - veronderstelling, materie, goedje, spul, pit, attribuut, eigendomsrecht, ...
Willekeurige woorden
Posiadać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: bespreken, vertraging, eigen, toestemmen, arrestatie, verdragen, bergen, reserveren, bedwingen, arrest, hechtenis, aanhouding, overhouden, conserveren, bezitten, aanvragen, hebben, moeten, moet, zijn, heeft
Vertalingen: bespreken, vertraging, eigen, toestemmen, arrestatie, verdragen, bergen, reserveren, bedwingen, arrest, hechtenis, aanhouding, overhouden, conserveren, bezitten, aanvragen, hebben, moeten, moet, zijn, heeft