Powiedzieć in het nederlands

Vertaling: powiedzieć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opgeven, schikken, praten, aanvragen, aanvoeren, bestellen, spreken, regelen, verordenen, bevelen, gelasten, sommeren, commanderen, zeggen, zeg, zeggen dat, zegt, te zeggen
Powiedzieć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • powidło in het nederlands - jam, vastgelopen, storing, papierstoring, jam van
  • powiedzenie in het nederlands - spreekwoord, volzin, vonnissen, zin, zinsnede, frase, veroordelen, ...
  • powiedzonko in het nederlands - lor, vod, spreekwoord, lap, flard, tod, lomp, ...
  • powieka in het nederlands - kaft, hoed, bedekking, omslag, ooglid, deksel, oogleden, ...
Willekeurige woorden
Powiedzieć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: opgeven, schikken, praten, aanvragen, aanvoeren, bestellen, spreken, regelen, verordenen, bevelen, gelasten, sommeren, commanderen, zeggen, zeg, zeggen dat, zegt, te zeggen