Powoływać in het nederlands
Vertaling: powoływać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
noden, citaat, noemen, citeren, toestemmen, beweren, betuigen, inviteren, aanhalen, aanhaling, beamen, vragen, bevestigen, verzekeren, bekrachtigen, pleiten, bepleiten, pleit, smeken, aanvoeren
Verwante woorden
Vertalingen
- powołać in het nederlands - aanroepen, benoemen, aanstellen, te benoemen, benoemt, wijzen
- powoływanie in het nederlands - aanhaling, vermelding, aanstelling, citaat, benoeming, referentie, verwijzing, ...
- powożenie in het nederlands - opvoeden, coachen, trainen, bus, onderwijzen, autobus, rijtuig, ...
- powracanie in het nederlands - achterzijde, keerzijde, ommezijde, rugstuk, spin, steunen, terug, ...
Willekeurige woorden
Powoływać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: noden, citaat, noemen, citeren, toestemmen, beweren, betuigen, inviteren, aanhalen, aanhaling, beamen, vragen, bevestigen, verzekeren, bekrachtigen, pleiten, bepleiten, pleit, smeken, aanvoeren
Vertalingen: noden, citaat, noemen, citeren, toestemmen, beweren, betuigen, inviteren, aanhalen, aanhaling, beamen, vragen, bevestigen, verzekeren, bekrachtigen, pleiten, bepleiten, pleit, smeken, aanvoeren