Pracować in het nederlands

Vertaling: pracować, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
doen, bedrijven, werken, actie, karwei, handeling, werk, daad, werkplek, maken, verrichting, zet, emplooi, werking, ageren, uitwerken, werkzaamheden, het werk, work
Pracować in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • pracodawca in het nederlands - werkgever, patroon, de werkgever, werkgevers
  • pracoholik in het nederlands - werkverslaafde, workaholic, werkverslaafde giften, werkverslaafde van, de werkverslaafde
  • pracowicie in het nederlands - vlijtig, ijverig, naarstig, op een hoopje, hoopje speelt
  • pracowitość in het nederlands - industrie, dilettant, ijver, knutselaar, naarstigheid, amateur, vlijt, ...
Willekeurige woorden
Pracować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: doen, bedrijven, werken, actie, karwei, handeling, werk, daad, werkplek, maken, verrichting, zet, emplooi, werking, ageren, uitwerken, werkzaamheden, het werk, work