Przechodzić in het nederlands

Vertaling: przechodzić, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
passeren, langsgaan, boord, aftreden, mars, marcheren, kant, uittreden, kruising, band, lopen, omkomen, aanreiken, doorbrengen, tippelen, verlopen, verhuizing, beweging, bewegen, zet, verplaatsen
Przechodzić in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • przechodzenie in het nederlands - kruising, passage, doorgang, overgang, gang, verstrijken
  • przechodzień in het nederlands - etage, voorbijganger, verdieping, voetganger, voorbijgangers, passant, passerby, ...
  • przechowalnia in het nederlands - deposito, afzetting, winkel, opslaan, boetiek, opslag, Store
  • przechowanie in het nederlands - winkel, voogdijschap, pakhuis, bewaring, stock, depot, magazijn, ...
Willekeurige woorden
Przechodzić in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: passeren, langsgaan, boord, aftreden, mars, marcheren, kant, uittreden, kruising, band, lopen, omkomen, aanreiken, doorbrengen, tippelen, verlopen, verhuizing, beweging, bewegen, zet, verplaatsen