Przedmiotowy in het nederlands

przedmiotowo in het nederlands - objectief, objectieve, objectief te, op objectieve, objectief gezien
przedmiotowość in het nederlands - objectiviteit, de objectiviteit, objectief, objectieve, objectiviteit te
przedmowa in het nederlands - voorrede, introductie, inleiding, voorbericht, voorwoord, Woord vooraf
przedmuchać in het nederlands - schoonmaken, louteren, reinigen, klap, slag, blazen, amper, ...

Willekeurige woorden

adoratie

naamwoord

geprikkeldheid in het engels

onze in het engels

pelgrimstocht in het engels

scriba in het engels

Przedmiotowy in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: objectief, doelstelling, doel, actueel, schietschijf, mikpunt, tegenwoordig, doelwit, honk, objectieve, doelstellingen