Przemówienie in het nederlands

przemyślność in het nederlands - knapheid, handigheid, bekwaamheid, vaardigheid, slimheid
przemyślny in het nederlands - bedreven, knap, doortrapt, gewiekst, handig, slim, intelligent, ...
przemówić in het nederlands - zeggen, spreken, praten, spreek, spreekt, te spreken
przemądrzałość in het nederlands - schijnwijsheid, wijsheid, sapience

Willekeurige woorden

storting

uitspatting

diamant in het engels

gemaakt in het engels

opstandig in het engels

roeiriem in het engels

ronken in het engels

Przemówienie in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: toespraak, spreken, speech, spreektrant, rede, bestemming, adres, redevoering, spraak, taal, adresseren, oratie, meningsuiting