Pytać in het nederlands

Vertaling: pytać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
inroepen, noodzaak, vraag, vorderen, verzoek, eis, vereisen, uithoren, vraagstuk, navraag, eisen, uitvragen, moeten, vergen, kwestie, opeisen, vragen, stellen, te vragen, vraagt
Pytać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • lira in het nederlands - lier, lyre, lyra, harp, citer
  • mamka in het nederlands - verpleegster, verzorgen, ziekenzuster, ziekenverpleegster, min, voedster, zoogster
  • niż in het nederlands - neerslachtig, belabberd, stumperig, spoor, miserabel, schamel, crisis, ...
  • pagoda in het nederlands - pagode, pagode van, oud pagoda, De Pagode van
Willekeurige woorden
Pytać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: inroepen, noodzaak, vraag, vorderen, verzoek, eis, vereisen, uithoren, vraagstuk, navraag, eisen, uitvragen, moeten, vergen, kwestie, opeisen, vragen, stellen, te vragen, vraagt