Służyć in het nederlands

Vertaling: służyć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bedienen, verzorgen, serveren, toegeven, verplegen, baten, voorleggen, helpen, goedvinden, opdienen, overeenstemmen, toestemmen, dienen, fungeren, te dienen
Służyć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bezalkoholowy in het nederlands - alcoholvrij, alcoholvrije, zonder alcohol
  • blanszowanie in het nederlands - blancheren, blancheerwater, het blancheren, blancheren van, blancheerstap
  • interwent in het nederlands - ingrijpen, interveniëren, tussenbeide komen, interventie, grijpen
  • marginalnie in het nederlands - marginaal, fractioneel, iets, marginale, een marginale
Willekeurige woorden
Służyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: bedienen, verzorgen, serveren, toegeven, verplegen, baten, voorleggen, helpen, goedvinden, opdienen, overeenstemmen, toestemmen, dienen, fungeren, te dienen