Składować in het nederlands

dostatek in het nederlands - weligheid, welvarendheid, welstand, voorspoed, onbekrompenheid, bloei, rijkdom, ...
konował in het nederlands - kwakzalver, bedrieger, wonderdokter, charlatan, hoefsmid, farrier, hoefsmeden, ...
poliploidalność in het nederlands - polyploidy, polyploidie, polyploïdie, polyploide

Willekeurige woorden

armoede

beschuldigde

handeldrijven in het engels

lui in het engels

meegeven in het engels

ontzetten in het engels

vulgair in het engels

Składować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: opslagplaats, stock, magazijn, depot, voorraad, zaak, pakhuis, winkel, opslaan, boetiek, opslag, Store