Spłacać in het nederlands
Vertaling: spłacać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vergelden, ontslag, uitschakelen, klaar, zuiver, ontzetten, netto, gage, afvoeren, liquideren, ontslaan, schenken, royeren, opheffen, elimineren, terugbetalen, afbetalen, betalen, betalen uit, af te betalen, vruchten afwerpen
Verwante woorden
Vertalingen
- chwiejność in het nederlands - instabiliteit, onstabiliteit, instabiliteit van, de instabiliteit, instabiele
- mądrość in het nederlands - wijsheid, de wijsheid
- numeracja in het nederlands - numero, cijfer, aantal, nummer, getal, tal, item, ...
- przeliczać in het nederlands - bekeren, veranderen, omzetten, converteren, omrekenen, zetten
Willekeurige woorden
Spłacać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: vergelden, ontslag, uitschakelen, klaar, zuiver, ontzetten, netto, gage, afvoeren, liquideren, ontslaan, schenken, royeren, opheffen, elimineren, terugbetalen, afbetalen, betalen, betalen uit, af te betalen, vruchten afwerpen
Vertalingen: vergelden, ontslag, uitschakelen, klaar, zuiver, ontzetten, netto, gage, afvoeren, liquideren, ontslaan, schenken, royeren, opheffen, elimineren, terugbetalen, afbetalen, betalen, betalen uit, af te betalen, vruchten afwerpen