Troszczyć in het nederlands

Vertaling: troszczyć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
dirigeren, richten, zorgen, bekommernis, toedienen, besturen, beheren, zorgvuldigheid, zorg, mennen, onderhoud, administreren, verzorging, care, de zorg
Troszczyć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gotów in het nederlands - klaar, afgelopen, gereed, af, bereid, direct, klaar om
  • napomknienie in het nederlands - zinspelen, zinspeling, toespeling, wenk, kennisgeving, aanduiding, aanwijzing, ...
  • niestaranny in het nederlands - onachtzaam, nonchalant, borstelig, rechtopstaand, nalatig, slordig, achteloos, ...
  • odpadkowy in het nederlands - stukje, schroot, afval, restanten, restanten van
Willekeurige woorden
Troszczyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: dirigeren, richten, zorgen, bekommernis, toedienen, besturen, beheren, zorgvuldigheid, zorg, mennen, onderhoud, administreren, verzorging, care, de zorg