Trząść in het nederlands
Vertaling: trząść, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beven, schok, gooien, schokken, gooi, opgooien, aardbeving, trillen, aardschok, bibberen, rillen, ruk, huiveren, schudden, schud, te schudden, schudt
Verwante woorden
Vertalingen
- błędny in het nederlands - vals, kwaadaardig, dubbelhartig, bedrieglijk, loos, invalide, mis, ...
- hemolityczny in het nederlands - hemolytische, hemolytisch, haemolytische, haemolytisch
- jolka in het nederlands - jol, yawl, schuit, sloep, gejank
- nadwyrężyć in het nederlands - wijsje, deun, melodie, ras, deuntje, inspanning, stam, ...
Willekeurige woorden
Trząść in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: beven, schok, gooien, schokken, gooi, opgooien, aardbeving, trillen, aardschok, bibberen, rillen, ruk, huiveren, schudden, schud, te schudden, schudt
Vertalingen: beven, schok, gooien, schokken, gooi, opgooien, aardbeving, trillen, aardschok, bibberen, rillen, ruk, huiveren, schudden, schud, te schudden, schudt