Ubijać in het nederlands

bileter in het nederlands - verzamelaar, deurwaarder, zaalwachter, Usher, inluiden, ceremoniemeester
doręczyciel in het nederlands - postbode, brievenbesteller, bevrijder, bezorger, verlosser, deliverer, redder
martwić in het nederlands - bekommernis, lijden, affaire, aangelegenheid, zaak, hinderen, bedroeven, ...
petycja in het nederlands - petitie, gedenkteken, verzoekschrift, verzoek, petitionnement, monument, het verzoekschrift, ...

Willekeurige woorden

castreren

kerkgezang

inzamelen in het engels

woestenij in het engels

woordenlijst in het engels

Ubijać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: polsslag, woordspeling, pols, geselen, afranselen, omroeren, doorroeren, roeren, slaan, zweep, tel, ritme, ransel, ranselt, whip, zweepje