Uiścić in het nederlands

Vertaling: uiścić, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gage, voldoen, loon, uitbetalen, wedde, uitkeren, bezoldiging, verdienste, traktement, storten, dokken, salaris, betalen, schenken, betaling, betaalt, te betalen, betaal, besteden
Uiścić in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • asonansowy in het nederlands - assonerend, assonerende, dissonante
  • babcia in het nederlands - grootmoeder, oma, de grootmoeder, grootmoeder van
  • odrodzić in het nederlands - herboren, reborn, wedergeboren, opnieuw geboren, herboren worden
  • promieniotwórczy in het nederlands - radioactieve, radioactief, van radioactief, van radioactieve
Willekeurige woorden
Uiścić in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: gage, voldoen, loon, uitbetalen, wedde, uitkeren, bezoldiging, verdienste, traktement, storten, dokken, salaris, betalen, schenken, betaling, betaalt, te betalen, betaal, besteden