Upilnować in het nederlands

bestia in het nederlands - dierlijk, dieren, beest, schepsel, dier, woesteling, beesten, ...
bezceremonialnie in het nederlands - unceremoniously, plichtplegingen, zonder plichtplegingen, zonder pardon, ongegeneerd
hart in het nederlands - standvastigheid, vastberadenheid, kracht, sterkte, fortitude
odpiąć in het nederlands - losmaken, los, los te maken, los te, openen daarvan

Willekeurige woorden

bijbehorend

billijk

ontbranden in het engels

reservaat in het engels

tuil in het engels

uniek in het engels

Upilnować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: voorkomen, verbeiden, overkomen, eruitzien, air, aanblik, afhalen, verwachten, kijk, uitzicht, aanzien