Uzupełnić in het nederlands

Vertaling: uzupełnić, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
stoppen, louter, afwerken, totaal, ophouden, volbrengen, volkomen, uitvoeren, volschenken, vol, heel, invullen, eindigen, volmaakt, volslagen, spekken, supplement, aanvulling, toeslag, vullen, te vullen
Uzupełnić in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • banalność in het nederlands - eentonig, saai, banaliteit, banale, de banaliteit, banaal, banaliteiten
  • cumy in het nederlands - meertouwen, Moorings, ligplaatsen, aanlegplaatsen, meertrossen
  • jadło in het nederlands - eten, voeder, voeding, etenswaar, voer, gerecht, voedsel, ...
  • obsesyjny in het nederlands - obsederend, obsessieve, obsessief, een obsessief
Willekeurige woorden
Uzupełnić in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: stoppen, louter, afwerken, totaal, ophouden, volbrengen, volkomen, uitvoeren, volschenken, vol, heel, invullen, eindigen, volmaakt, volslagen, spekken, supplement, aanvulling, toeslag, vullen, te vullen