Uzupełniać in het nederlands
Vertaling: uzupełniać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afwerken, volslagen, puur, vol, eindigen, supplement, volmaakt, totaal, besluiten, volledig, louter, ophouden, voltallig, beëindigen, compleet, heel, complement, aanvulling, aanvulling op, complementbindingsreactie, aanvullen
Verwante woorden
Vertalingen
- chlebodawca in het nederlands - patroon, werkgever, de werkgever, werkgevers
- chłodny in het nederlands - ijzig, fris, koude, ververwijderd, verafgelegen, ver, koud, ...
- podziurawić in het nederlands - puzzel, raadsel, perforeren, perforatie, perforeer, te perforeren, geperforeerd
- przeliczalny in het nederlands - telbaar, telbare, aftelbare, aftelbaar, Zelfstandig
Willekeurige woorden
Uzupełniać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: afwerken, volslagen, puur, vol, eindigen, supplement, volmaakt, totaal, besluiten, volledig, louter, ophouden, voltallig, beëindigen, compleet, heel, complement, aanvulling, aanvulling op, complementbindingsreactie, aanvullen
Vertalingen: afwerken, volslagen, puur, vol, eindigen, supplement, volmaakt, totaal, besluiten, volledig, louter, ophouden, voltallig, beëindigen, compleet, heel, complement, aanvulling, aanvulling op, complementbindingsreactie, aanvullen