Wyjeżdżać in het nederlands

Vertaling: wyjeżdżać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
scheiding, werken, functioneren, standhouden, raken, fiat, lopen, verlopen, gaan, afreizen, worden, reizen, verlof, vertrekken, overlaten, laten, achterlaten
Wyjeżdżać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • brylant in het nederlands - lumineus, overweldigend, verheven, licht, lichtend, briljant, klaar, ...
  • chlipać in het nederlands - snikken, klapperen, ronde, murmelen, plassen, kabbelen, janken, ...
  • odmawiać in het nederlands - ontzeggen, vuil, afpoeieren, ontkennen, rommel, vuilnis, afwijzen, ...
  • ozdobnik in het nederlands - versieren, tooi, sieraad, versiersel, opsmuk, onderscheiding, ornament, ...
Willekeurige woorden
Wyjeżdżać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: scheiding, werken, functioneren, standhouden, raken, fiat, lopen, verlopen, gaan, afreizen, worden, reizen, verlof, vertrekken, overlaten, laten, achterlaten