Wykłócać in het nederlands
Vertaling: wykłócać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
disputeren, argumenteren, twisten, redetwisten, krakelen, betogen, beweren, aanvoeren, redeneren
Verwante woorden
Vertalingen
- afiks in het nederlands - aanhechtsel, affix, hechten, brengen, aanbrengen, brengt
- bruzda in het nederlands - bejagen, frons, kier, vouw, sponning, najagen, achtervolging, ...
- nieszlachetny in het nederlands - base, grondtal, grond, baseren, adellijk, basis, nobel, ...
- opiłek in het nederlands - spanen, swarf, slijpsel, draaisel, machineafval
Willekeurige woorden
Wykłócać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: disputeren, argumenteren, twisten, redetwisten, krakelen, betogen, beweren, aanvoeren, redeneren
Vertalingen: disputeren, argumenteren, twisten, redetwisten, krakelen, betogen, beweren, aanvoeren, redeneren