Wyposażać in het nederlands

Vertaling: wyposażać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bestellen, beroerte, passen, geschikt, provianderen, toerusten, deugen, bevoorraden, aanbrengen, leveren, monteren, uitvoeren, spekken, verstrekken, begiftigen, aanpassen, uitrusten, rusten, uit te rusten, te rusten
Wyposażać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • berlinka in het nederlands - aak, zolderschuit, binnenschip, schip, schuit, barge
  • inspekt in het nederlands - broeinest, broeikas, hotbed, broedplaats, brandhaard
  • lasek in het nederlands - woud, bos, bosje, boomgaard, hout, bosschage, grove, ...
  • pruderyjny in het nederlands - preuts, preutse, prudish, preutser, preuts zijn
Willekeurige woorden
Wyposażać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: bestellen, beroerte, passen, geschikt, provianderen, toerusten, deugen, bevoorraden, aanbrengen, leveren, monteren, uitvoeren, spekken, verstrekken, begiftigen, aanpassen, uitrusten, rusten, uit te rusten, te rusten