Wyrządzać in het nederlands

Vertaling: wyrządzać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
baten, gerechtszaak, veldtocht, campagne, bedienen, maken, aanrichten, doen, oorzaak, reden, teweegbrengen, stichten, veroorzaken, rechtsgeding, verloop, serveren, zaak, want
Wyrządzać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • kluczowanie in het nederlands - kilo, toets, toonladder, fundamenteel, scala, sleutel, toonschaal, ...
  • obsługiwanie in het nederlands - gedoe, optreden, werking, daad, zet, behandeling, toedoen, ...
  • ostentacyjny in het nederlands - opzichtig, opzichtige, ostentatieve, ostentatief, ostentatious
Willekeurige woorden
Wyrządzać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: baten, gerechtszaak, veldtocht, campagne, bedienen, maken, aanrichten, doen, oorzaak, reden, teweegbrengen, stichten, veroorzaken, rechtsgeding, verloop, serveren, zaak, want