Wywoływać in het nederlands
Vertaling: wywoływać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
optillen, toetsing, beleggen, concluderen, dresseren, voortbrengen, functioneren, uitvoeren, opslaan, proces, oprichten, opdrijven, stichten, uittarten, heffen, aanroepen, oorzaak, reden, zaak, veroorzaken, want
Verwante woorden
Vertalingen
- autochtoniczny in het nederlands - oerbewoner, inlander, aangeboren, ingeboren, autochtoon, binnenlands, inheems, ...
- kreda in het nederlands - krijt, kalk, chalk
- ociosać in het nederlands - houwen, uithouwen, HEW, houw, van HEW
- odmierzyć in het nederlands - afmeting, uitmeten, norm, maat, afmeten, maatregel, maatstaf, ...
Willekeurige woorden
Wywoływać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: optillen, toetsing, beleggen, concluderen, dresseren, voortbrengen, functioneren, uitvoeren, opslaan, proces, oprichten, opdrijven, stichten, uittarten, heffen, aanroepen, oorzaak, reden, zaak, veroorzaken, want
Vertalingen: optillen, toetsing, beleggen, concluderen, dresseren, voortbrengen, functioneren, uitvoeren, opslaan, proces, oprichten, opdrijven, stichten, uittarten, heffen, aanroepen, oorzaak, reden, zaak, veroorzaken, want