Złapać in het nederlands

Vertaling: złapać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beetnemen, aanfloepen, aangrijpen, houvast, vastpakken, vorderen, bemachtigen, aanflitsen, aanhouding, spijkeren, nagel, breuk, spijker, aangaan, grijpen, vatten, vangst, vangen, vangsten, catch, de vangst
Złapać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bezręki in het nederlands - wapenloos, armsteunloze, armloos, armless, ongewapend
  • cyneol in het nederlands - cineol, cineool, aanwezige cineol
  • obrobić in het nederlands - voortbrengen, werken, arbeid, werkplek, karwei, functioneren, maken, ...
  • pospieszyć in het nederlands - spoed, haasten, voortmaken, jachten, haastigheid, vaart, haast, ...
Willekeurige woorden
Złapać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: beetnemen, aanfloepen, aangrijpen, houvast, vastpakken, vorderen, bemachtigen, aanflitsen, aanhouding, spijkeren, nagel, breuk, spijker, aangaan, grijpen, vatten, vangst, vangen, vangsten, catch, de vangst