Zażyć in het nederlands
Vertaling: zażyć, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitlezen, nagaan, vorderen, rekenen, uitmaken, ontzien, wegdoen, beschouwen, ontvangen, kiezen, beslaan, opeisen, vereisen, vergen, bezetten, achten, genieten, genieten van, geniet, te genieten, geniet van
Verwante woorden
Vertalingen
- cyzelować in het nederlands - narennen, opjagen, bejagen, verdrijven, vervolging, najagen, achtervolging, ...
- docisk in het nederlands - druk, de druk, onder druk, druk van, spanning
- opuszczony in het nederlands - verlaten, achtergelaten, opgegeven, steek gelaten, de steek gelaten
- podszycie in het nederlands - voering, kreupelhout, ondergroei, struikgewas, onderhout, begroeiing
Willekeurige woorden
Zażyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: uitlezen, nagaan, vorderen, rekenen, uitmaken, ontzien, wegdoen, beschouwen, ontvangen, kiezen, beslaan, opeisen, vereisen, vergen, bezetten, achten, genieten, genieten van, geniet, te genieten, geniet van
Vertalingen: uitlezen, nagaan, vorderen, rekenen, uitmaken, ontzien, wegdoen, beschouwen, ontvangen, kiezen, beslaan, opeisen, vereisen, vergen, bezetten, achten, genieten, genieten van, geniet, te genieten, geniet van