Zachcieć in het nederlands

Vertaling: zachcieć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
lust, willen, begeerte, begeren, zin, zucht, wensen, wens, verlangen, verkiezen
Zachcieć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • męczyć in het nederlands - kwestie, bezwaar, knellen, moeilijkheid, temptatie, mat, kwellen, ...
  • pasażer in het nederlands - passagier, inzittende, personenauto, passagiers, personenvervoer
  • polarny in het nederlands - polair, Polar, polaire, de Polar
  • producent in het nederlands - fabrikant, de fabrikant, fabrikant van
Willekeurige woorden
Zachcieć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: lust, willen, begeerte, begeren, zin, zucht, wensen, wens, verlangen, verkiezen